Depressie
21-03-2019
Kerstbomen verlichten de straten.
Ik drentel door de kou.
'k Kon mijn eenzaamheid niet thuislaten.
Het is alsof ik rouw -
om het
heengaan van iemand dierbaar
die nog in leven is.
Een voelen, ontstellend scherp, gepaard
met een pijnlijk gemis...
Het
steeds beteugelen van droefheid,
niet willen laten zien...
hoe het donker mij verstikt. Geheid
boosaardig bovendien.
Ik heb
nochtans enige vrienden
met wie ik soms eens lach.
Die bij tijd ook met mij grienden,
iets wat wellicht ook mag.
Weer
die schaamte om neerslachtigheid,
nooit mezelf kunnen zijn.
Me sterker maken dan depressie,
althans, toch voor de schijn...
© Jan Den Haerynck 2019